Brainstorm op de bioboerderij

Het is nog winter, maar de zon straalt helder aan de blauwe hemel boven bioboerderij Augustijnenhof in Loppem. De acht leerlingenambassadeurs en drie leerkrachten van de Sint-Jozef Humaniora schuiven vrolijk aan de rijkelijk gedekte picknicktafels in de tuin van de boerderij, al ontgaat het niemand echt hoe absurd het is dat we tijdens een winterse woensdagmiddag zonder jas buiten kunnen lunchen.

Of de klimaatveranderingen iets te maken hebben met de abnormale temperaturen, laten we in het midden. Toch is dat een van de redenen waarom de leerlingen vandaag hier zijn. Ze willen iets doen aan de problemen waarmee de planeet te kampen heeft, door zelf aan de slag te gaan op school rond duurzame en gezonde voeding. De lunch die landbouwster Katrien voorschotelt toont meteen hoe een gezonde en duurzame maaltijd er kan uitzien. Met sap en fruit uit de eigen boomgaard, artisanaal gebakken brood uit de buurt, lokale biologische kazen, ham van de eigen varkens en huisgemaakte rodebietenspread.

Na een korte kennismakingsronde geeft GoodFood@School-begeleidster Myrthe tekst en uitleg over wat duurzame en gezonde voeding precies is en waarom dat goed is voor onszelf en voor de planeet. De leerlingen worden ook bedankt voor hun engagement om als ambassadeur aan de slag te willen gaan: “Jullie zijn een van onze pilootscholen. Zo kunnen we testen wat er werkt en wat niet, om op die manier een beleid op te zetten voor scholen over heel Vlaanderen.”

Na de theorie, is het tijd voor de praktijk. Anneleen Dedeyne (Inagro) en Annelien Desplenter (VIVES) hebben een paar blinde smaakproeven voorbereid voor de leerlingen. Telkens wordt er een lokaal, duurzaam product naast een supermarktproduct geplaatst. Aan de leerlingen om uit te maken wat wat is. Al proevend leren de ambassadeurs heel wat bij: dat perenstroop uit de supermarkt veel zoeter smaakt, door alle toegevoegde suiker bijvoorbeeld. Of dat het appelsap van de boerderij troebel is, omdat het puur van appels gemaakt wordt in plaats van sapconcentraat.

Na het proeven is het tijd voor een rondleiding met bioboerin Katrien. Ze vertelt enthousiast hoe haar boerderij 25 jaar geleden een van de eerste bioboerderijen van het land werd en wat zo’n bio-label dan precies inhoudt.

We lopen voorbij de kippen en koeien van de boerderij, die net genoeg dieren heeft om de bodem op alle velden van mest te voorzien. Een van de koeien heeft pas een kalfje gekregen en rust apart. “In tegenstelling tot veel gewone boerderijen, blijven de kalfjes hier bij hun moeder en worden ze door hun moeder gevoed in plaats van met de fles”, vertelt Katrien. Bij de bijen, “de belangrijkste dieren van de boerderij, omdat ze de planten bestuiven”, vertelt Katrien hoe maar een van de zes kassen de winter heeft overleefd, waarschijnlijk omdat de maisvelden in de buurt van de boerderij wel bespoten worden en de pesticides die daarvoor gebruikt worden een heel desoriënterend effect hebben op de bijen.

Tijd om ook zelf actie te ondernemen. De acht leerlingen gaan in twee groepjes aan de slag met hun leerkrachten om te brainstormen over ideeën om hun eigen school duurzamer en gezonder te maken. De eerste groep onderzoekt overschotten en vleesconsumptie in de refter, de tweede bekijkt hoe ze het aanbod van de Sjhalet kunnen verduurzamen, het kraampje met tussendoortjes dat leerlingen openhouden.

Na de brainstorm presenteren de groepen hun ideeën in een pitch naar de rest. Zo wil de ene groep via een enquête bij de leerlingen ontdekken welke producten zouden scoren in de Sjhalet en willen ze meer lokale en seizoensgebonden verkopen, zoals fruit en smoothies in de zomermaanden en soep in de winter. De andere groep wil een wekelijkse vegetarische maaltijd in de refter en heeft het idee om hier een wedstrijd aan te koppelen, waarbij leerlingen moeten raden wanneer de warme maaltijd vegetarisch was. “Dat is iets positief en een goede manier om de drempel te verlagen.”

Wij zijn alvast enthousiast over de ideeën van de leerlingenambassadeurs en zijn benieuwd naar de uitwerking op school!