Flora: een school met een hart in hartje Borgerhout

Flora: een school met een hart in hartje Borgerhout

25/10/2021
Katharina Beelen
Katharina Beelen
Program coördinator Rikolto Belgium

Ik kom binnen als een verzopen kip, tot op het bot verkleumd. Maar de warmte waarmee ik in stedelijke basisschool Flora ontvangen word door Ilse Legon en Veronique Hermans, directeur en ‘directeur in spe’ (via het meelopertraject), maakt alles goed. Lang geleden ook dat ik mensen uit het onderwijs met zoveel passie hoorde spreken over hun beroep.

Stedelijke basisschool Flora is een school in hartje Borgerhout met 332 leerlingen. Veel leerlingen hebben het thuis niet breed, maar dat belet de directeurs en hun schoolteam niet om hen maximaal te ondersteunen. Bijvoorbeeld met een bibliotheekproject voor leerlingen en binnenkort ook ouders, hulp bij schoolgerelateerde administratie, uitlenen van laptops enz. Ze blijven de ouders wel op hun verantwoordelijkheid wijzen: het is niet de bedoeling dat de school alles op een dienblaadje presenteert. De opendeur-policy in combinatie met een open communicatie voelt niet aan als een belasting voor de school. De ouderbetrokkenheid is heel groot en daar kan de school alleen maar wel bij varen. Zo worden voor- en nabewaking en middagtoezicht opgenomen door ouders. Die ouders zijn ook aanspreekpunt voor andere ouders en bevorderen de betrokkenheid. Ook in het project “Smakelijke School” speelden ouders een cruciale rol.

De schoolbetrokkenheid is enorm waardevol, niet alleen voor de school maar ook voor de ouders

Veronique Hermans directeur van basisschool Flora

Project "Smakelijke School"

Wat hield het project precies in?

Het proefproject startte in 2019 in volle Corona-periode in 9 Antwerpse scholen op initiatief van de stad Antwerpen. Die wilde de financiële en operationele haalbaarheid van het invoeren van betaalbare schoolmaaltijden in het basisonderwijs onderzoeken.
In overleg met de stad werd tijdens de eerste fase (schooljaar 2020 – 2021) gekozen voor een gratis gezond voedingsaanbod op school: 2 dagen per week een gezonde boterhammenlunch en 2 dagen per week een groentesoep met brood. Daarnaast werd er voor alle kinderen iedere dag vers fruit voorzien.

Veronique: “De eerste fase van het project verliep zeer vlot. We hebben van bij het begin onze ouders zeer goed gebriefd. Voorwaarde om aan het project deel te nemen was dat er ook bijkomende ondersteuning van hen kwam: voordien was er geen voedingsaanbod op school en opeens moest een bedelingssysteem voor meer dan 300 leerlingen opgezet worden. We konden steunen op een aantal moeders die de volledige organisatie hiervan binnen de school op zich namen. Het was hier echt een minifabriek: fruit wassen en snijden, soep uitscheppen in kommetjes, boterhammen beleggen en verdelen, de soepkommetjes afwassen, eventuele overschotten herverdelen… “

Ilse: “De moeders werden ingeschakeld onder een vrijwilligersstatuut, wat voor hen een bijkomend voordeel betekende: in volle Coronatijd konden zij zich nuttig bezighouden en verdienden ze er ook nog iets aan. We stelden anderzijds wel onze eisen: de ouders moesten zich kunnen uitdrukken in voldoende Nederlands, zodat communicatie met leerlingen en schoolteam vlot verliep en er werd van hen een professionele houding verwacht. Als dat aanvankelijk niet helemaal vlekkeloos verliep, gingen we met hen hierover in gesprek en die moeders deden dat uiteindelijk met hart en ziel en met een groot verantwoordelijkheidsbesef. Ook tijdens de Ramadan werd het project plichtsbewust verdergezet.”

Wat was de impact op de leerlingen van dit proefproject?

Ilse: “Wij voelden meteen een enorm verschil, ook al konden we dit niet zwart op wit bewijzen. De kinderen waren veel energieker en werden bijvoorbeeld minder vaak ziek. Aanvankelijk gingen we ervan uit dat de Coronamaatregel rond permanente ventilatie hier mede verantwoordelijk voor was, maar nu het eerste proefproject is stopgezet, merken we opnieuw een stijgend ziekteverzuim, terwijl er nog steeds een permanente verluchting is.”

Veronique: “De kinderen waren zelf ook heel enthousiast en kwamen ons bedanken voor het lekkere eten. Ze leerden nieuwe smaken kennen, nieuwe dingen eten. Ouders waren verbaasd dat hun kinderen zonder probleem groenten en volkorenbrood aten terwijl dat thuis niet lukte.“

Dankzij het proefproject Smakelijke Scholen waren de kinderen veel energieker en werden ze minder vaak ziek. In september zagen we veel kinderen terugkomen die veel waren bijgekomen omdat ze in de vakantiemaanden alleen maar ongezonde troep hebben gegeten.

Ilse Legon directeur van basisschool Flora

Vonden die leerlingen dat dan echt allemaal lekker? Ik moet zelf thuis vaak een gevecht leveren om gezonde dingen op tafel te krijgen.

Veronique: “De eerste weken was er zeer zeker weerstand bij kinderen én ouders. We hebben bewust gekozen voor vegetarisch broodbeleg, soms aangevuld met visbereidingen, om discussies rond halal te vermijden. Maar kinderen hebben vooroordelen tegenover dingen die ze niet kennen. En ouders geven gemakkelijk toe als hun kinderen iets niet willen. Daar moet je als school kordaat in wezen. We hebben gewoon gevraagd om dit even tijd te geven. De kinderen werden aangemoedigd om minstens te proeven, echter zonder te forceren. Leerkrachten aten ook gewoon mee zodat de kinderen gemakkelijker geneigd waren om toch eens te proberen. Een jongen die alleen rode soep lustte en groene soep per definitie slecht vond, hebben we laten proeven met zijn ogen dicht: hij vond de soep kei lekker. Het feit dat alle kinderen meededen, maakte ook dat iedereen zich gelijkwaardig voelde. Het samen eten had een enorm positief effect. Dus na die eerste weken waren de grootste bezwaren voorbij.“

Ilse: “We hebben ook elke dag uitgebreide feedback gevraagd aan onze kinderen: ‘wat vond je van de soep? Wat vond je van het broodbeleg?’ Die opmerkingen gaven we steeds nauwgezet door aan de cateraar. Zo viel de humus -tegen alle verwachtingen in- in het begin niet in de smaak, maar na een receptuuraanpassing vond iedereen dat lekker. De kinderen hebben het initiatief dus zeker geapprecieerd. Na afloop van het project moesten we zelfs een kindje op de speelplaats troosten omdat hij opnieuw boterhammen met ongezonde choco bijhad.“

Hoe gaat het nu verder met het project?

Ilse: “Dit schooljaar startte de 2de fase van het project, waarbij we in samenwerking met de stad een test doen met warme maaltijden aan een gereduceerd tarief: de stad neemt 50% van de kostprijs voor haar rekening, de overige 50% wordt doorgerekend aan de ouders. Voor ouders kost zo’n maaltijd €2,50 maar dat is voor velen te duur. Sommige gezinnen hebben hier ook meerdere kinderen op school en dan lopen de kosten snel op. Slechts 47 leerlingen tekenden hiervoor in en na een maand waren dat er nog maar 30. Die warme maaltijden zijn dus niet haalbaar voor de meeste ouders. Bovendien zijn de maaltijden niet altijd gezond, er wordt bijvoorbeeld heel veel gehakt en worst aangeboden. We hebben daarom gevraagd of we opnieuw naar soep mogen overschakelen. Met een lagere financiële inspanning van de stad kunnen we immers àl onze kinderen een gezonde soep met brood voorschotelen, volledig gratis.”

Heb je nog tips voor andere scholen?

Ilse: “Durf experimenteren en zet je deuren wijd open voor de ouders. ‘Samen school maken’ gaat niet alleen over het schoolteam, ook de ouders zijn hierbij nodig. En samen met hen kan je projecten zoals ‘Smakelijke School’ echt succesvol maken. Op die manier wordt het een win voor iedereen."