Kok Sint-Barbaracollege aan het woord

Kok Sint-Barbaracollege aan het woord

23/02/2022
Femke Van Vaerenbergh
Femke Van Vaerenbergh
Programmamedewerker GoodFood@School bij Rikolto

Het Sint-Barbaracollege startte begin dit schooljaar met het GoodFood@school-traject. Dit is een begeleiding die we vanuit Rikolto en stad Gent aanbieden aan 5 scholen per schooljaar. Deze school wil graag inzetten op vleesvermindering en voedselverspilling. We vroegen Berten, de kok van de school, naar zijn visie en naar de stappen die al gezet werden.

Gezonde en duurzame voeding, wat betekent dat voor jou?

Gezondheid is zeer breed. Ik kijk voor het eten hier op school graag naar een tijdspanne van 2 weken. Op die manier wil ik ervoor zorgen dat er een evenwicht is. Dat het een goed uitgebalanceerd menu is. Duurzaamheid is voor mij korte keten en seizoensgebonden producten. Bij Sodexo is het vlees sowieso Belgisch. De menu’s die Sodexo aanbiedt, kan ik aanpassen naar de noden van de school. Groenten van het seizoen kiezen hoort hier ook zeker bij.

Is dit thema belangrijk voor jou?

Voor mij staat lekkere voeding voorop. Als het niet lekker is, mag het in de vuilbak, dus dat wil ik vermijden. Alles in de keuken wordt door verschillende personen geproefd voor het wordt opgediend. We passen het aan tot we allemaal tevreden zijn. Naast lekker, staat gezond, gevarieerd en veilig zeker ook bovenaan.

Ik ben voorstander van ‘onder de radar’ vegetarisch eten aan te bieden. Ik zal een gerecht ook nooit ‘vegetarische lasagne’ noemen, maar eerder ‘groentelasagne’.

Berten Furniere Kok Sint-Barbaracollege

Merk je dat dit thema ook leeft bij de leerlingen? Leeft dit meer dan enkele jaren geleden?

Het thema leeft zeker wel en er wordt over gesproken. De schoolomgeving speelt nochtans wel een grote rol. Als het aanbod er is, dan nemen ze. We hebben hier een automaat staan met gezonde snacks, maar een appel wordt niet verkocht. Ze kiezen toch steeds voor de meest ongezonde versie. 4x per jaar is er een menucommissie op onze school. Daar kijken we allen samen naar het menu en vernemen we wat lekker of niet lekker wordt bevonden. Daar is zeker niet iedereen vertegenwoordigd. Er komt wel steeds meer reactie dat ze meer willen inzetten op gezonde voeding.

Welke stappen zet de school hierin?

Vroeger waren er enkele dagen in het jaar dat het aanbod volledig vegetarisch was. Dat heette dan ‘de veggiedag’. Dat is natuurlijk iets dat vleeseters meteen afschrikt. Daar zijn we nu mee gestopt. We bieden nu wekelijks een vegetarische maaltijd aan zonder dat we dit onder de noemer ‘vegetarische dag’ steken. Ik ben voorstander van ‘onder de radar’ vegetarisch eten aan te bieden. Ik zal een gerecht ook nooit ‘vegetarische lasagne’ noemen, maar eerder ‘groentelasagne’. Lekker eten blijft wel altijd de focus.

We hebben 2 weken geleden gedurende een hele week een afvalmeting gehouden in de refter. Leerlingen moesten wat er op hun bord bleef liggen in doorzichtige bakken weggooien zodat we achteraf konden wegen hoeveel er nu netto per component werd weggegooid. We willen de leerlingen bewust maken van het thema. Er werd ook al een enquête gehouden bij de leerlingen waarbij er werd gepolst naar hun voorkeuren.

Wat zijn drempels voor jou waar je tegenaan loopt?

De grootste drempel blijft het budget. Er zijn financiële afspraken met de klant, het is mijn job om dit te respecteren. Natuurlijk willen wij een tevreden klant, en hier op school is wel ruimte voor flexibiliteit, dat is fijn.

Heb je nog tips voor andere scholen?

Het valt op dat het bij ons werkt om geen vaste veggiedag te hebben, maar wel éénmaal per week vegetarisch aan te bieden, op steeds een andere dag. Daardoor ligt de nadruk veel minder op vegetarisch en blijft het toegankelijk voor iedereen.

Lekker eten blijft de prioriteit!