Hier kijken we naar aanpassingen die gedaan worden in de schoolomgeving, zowel op fysiek als sociaal vlak. Het zijn aanpassingen die ervoor zorgen dat duurzame voeding de meest voor de hand liggende keuze is.
2. Omgeving
2. Omgeving
De fysieke schoolomgeving:
De fysieke schoolomgeving omvat:
- de schoolinfrastructuur en -inrichting (bv. Is er een refter en hoe is die ingericht?)
- het aanbod op school (bv. Duurzaam aanbod dranken en tussendoortjes)
Hoe de fysieke schoolomgeving is ingericht, spreekt boekdelen over de boodschappen die de school wil uitdragen omtrent gezondheid. Soms spreken die boodschappen de gezondheidsaanbevelingen die in de lessen worden gegeven tegen. Stel jezelf daarom regelmatig de vraag of je fysieke schoolomgeving geen verkeerde signalen uitzendt. Bijvoorbeeld: Komt de inhoud van de automaat op de speelplaats overeen met de boodschap in de lessen over gezonde voeding?
De sociale schoolomgeving
De sociale schoolomgeving omvat:
- het schoolklimaat
- de voorbeeldfunctie van het schoolpersoneel
Het schoolklimaat moet motiverend werken voor leerlingen en personeel. Je kunt aan een beter schoolklimaat werken door je in te zetten voor veiligheid, respect, positieve communicatie en een motiverend klasklimaat.
Wat met de voorbeeldfunctie van het personeel?
Ook binnen de sociale schoolomgeving worden heel wat (leer)boodschappen gegeven over duurzame voeding. Wees je als leraar ervan bewust dat leerlingen je gedrag bestuderen en soms ook kopiëren.