Gratis schoolmaaltijden in Viimsi

Gratis schoolmaaltijden in Viimsi

02/12/2022

Het is vrijdagochtend 8 uur en het is ijzig koud wanneer ik in de Estse hoofdstad Tallinn door de sneeuw ploeter, op zoek naar een bus naar Viimsi. Ik heb de voorbije dagen deelgenomen aan een boeiende conferentie over voeding op school: meer dan 70 deelnemers van 44 partners uit 13 Europese landen (steden, NGO’s en kennisinstellingen), waaronder ook Rikolto, kwamen in Tallinn samen om de vooruitgang van het ambitieuze Europese project SchoolFood4Change te bespreken.
Vandaag wil ik het schoolmaaltijdensysteem in Viimsi leren kennen, vooraleer ik straks terugkeer naar België. “Bus to Viimsi?” vraag ik aan een dame die me stilzwijgend bij de arm pakt en over de drukke hoofdstraat naar een shoppingcenter loodst, waar een trap leidt naar een ondergronds busstation en zowaar: daar staat mijn bus.

Viimsi ligt op 25 minuutjes rijden van Tallinn. In het kleine gemeentekantoor heb ik een afspraak met Laura Derkun en Kadi Bruus, van het departement onderwijs. Kadi legt uit dat de gemeente een eigen kleuterschool heeft, gespreid over 6 sites. Daarnaast zijn er acht private kleuterscholen, vijf lagere scholen en een middelbare school. Viimsi is een jonge gemeente aan zee, een aantrekkelijk woonplaats voor wie in de hoofdstad komt werken. Op 20 jaar tijd steeg het aantal inwoners van ca. 5.000 naar ruim 22.000 en ondanks het toenemende aantal zijn er in alle scholen plaatsen tekort.

De warme schoolmaaltijden worden klaargemaakt in een centrale keuken, in één van de scholen. Op de foto zie je Kadi en Laura voor de school, waar de maaltijden voor alle lokale scholen worden bereid. Via een openbare aanbestedingsprocedure werd het gebruik van deze keuken toegewezen aan een externe cateraar, die er dagelijks meer dan 5.000 maaltijden klaarmaakt. Ouders kunnen online de menu’s raadplegen en bestellen. De nationale overheid voorziet een tussenkomst van €1 per warme maaltijd per kind voor alle schoolkinderen in Estland. De rest van de kostprijs wordt door de gemeente bijgepast, zodat ouders en kinderen enkel voor eventuele extra’s zoals ontbijt, een naschoolse maaltijd, broodjes, snacks of dranken moeten betalen.

Of de maaltijden gezond zijn, vraag ik. Laura, zelf gezondheidsdeskundige, knikt. De overheid legt duidelijke regels op voor een evenwichtige samenstelling van de gerechten, die ook worden opgenomen in de aanbestedingen. “Voor de selectie van de cateraar werd een gemeentelijke werkgroep opgericht in samenwerking met het nationale instituut voor gezondheid, met daarin advocaten, vertegenwoordigers van het onderwijsdepartement, van scholen, ouders én leerlingen. De prijs was immers niet het enige gunningscriterium. Deze werkgroep beoordeelde de voorgestelde menu’s, de gebruikte ingrediënten, de smaak en het uitzicht van de maaltijden. We willen hier nu nog verder in gaan en ook het aandeel biologische, seizoensgebonden ingrediënten verhogen.”

Ik ben alvast onder de indruk van het gratis aanbod. En toch zijn er nog veel kinderen die hier geen gebruik maken, vooral in de hogere leerjaren. Het promoten van de maaltijden bij ouders én leerkrachten wordt dus een van de hoofdprioriteiten van de gemeente. “Ook al zijn onze maaltijden gezond, de smaak kan soms nog beter. Maar daar wordt aan gewerkt. We hopen dat we scholen via het SchoolFood4Change-project extra kunnen stimuleren om meer kinderen op school te laten mee-eten. We hebben al een campagne gevoerd met een bekende sportman die het eten proefde. Ouders mogen ook steeds zelf komen proeven en hun mening geven. Tegelijkertijd willen we dat scholen een eigen visie ontwikkelen op voeding. Het ministerie voor onderwijs creëerde educatief materiaal voor scholen om de kinderen gezonde voedingsprincipes bij te brengen. Maar een poster of af en toe een les hierover is niet voldoende. We willen dat scholen het aanbod systematisch beter linken aan de theorie in de klas en dat leerlingen hands-on leren over voeding. Volgende week geeft de chef in de centrale keuken bijvoorbeeld een kookles aan enkele klassen. Maar nu zijn dit nog te veel eenmalige initiatieven.” Laura en ik vragen ons luidop af of we de oudere leerlingen in de scholen, bijvoorbeeld tijdens de les Engels, niet in contact kunnen brengen met leerlingen uit Vlaanderen, zodat ze niet alleen hun taalvaardigheid maar ook hun voedselvaardigheden kunnen bijschaven, elkaar kunnen inspireren en op die manier gemakkelijker kiezen voor gezonde voeding. Ik noteer het alvast als idee voor onze scholen.

Of ik de chef wil ontmoeten, vraagt Kadi. De centrale keuken ligt immers niet zo ver van hun kantoor. Dat wil ik graag en even later staan we voor een enorme school met meer dan 1.000 leerlingen. Het is ondertussen nog maar 10 uur in de voormiddag maar er zitten al verschillende groepen kinderen te eten in de refter. Het is er ook druk en lawaaierig.

“Dat is nog een probleem waarmee we kampen”, aldus Laura. “Door plaatsgebrek in de scholen moeten de kinderen in verschillende shifts lunchen en de eerste shift moet dus vroeg aan tafel. Vaak hebben de kinderen ook te weinig tijd en moeten ze zich haasten om hun bord leeg te eten.”

En eten ze hun bord wel leeg, vraag ik me af. Plots staat de chef naast ons, die me zeer stevig de hand drukt. Hij nodigt me uit om een kijkje te nemen in de keuken en zelf ook eens te proeven. En dus schuif ik aan aan het buffet tussen een rij acht- à negenjarigen. In Estland mogen de kinderen, hoe klein ook, zelf hun eten opscheppen. “Scheppen ze dan niet teveel op?” vraag ik. “Neen, we drillen hen hierin: alles wat ze op hun bord scheppen, moeten ze opeten. Ze weten ook dat ze nadien gewoon mogen bijnemen als ze nog honger hebben, dus ze hebben niet de neiging om teveel te nemen.” Voor de allerkleinsten wordt het eten op tafel klaargezet.

Het voedselverlies blijkt goed mee te vallen: de keuken kan de hoeveelheden vrij goed inschatten. Regelmatig worden de overschotten gemeten en die zitten rond de 5 à 10 kilo per dag. “Het zijn inderdaad relatief kleine overschotten maar toch willen we hier oplossingen voor zoeken. Dat is niet zo eenvoudig, want we moeten rekening houden met de regels op voedselveiligheid. Maar we proberen bijvoorbeeld resterende porties ter beschikking te stellen van gezinnen die het minder breed hebben. Die groep is relatief klein in Viimsi maar wordt, met de oorlog in Oekraïne op de achtergrond, de stijgende energieprijzen, en een inflatie van meer dan 25%, stilaan groter. We hopen al onze scholen mee te kunnen krijgen in het SchoolFood4Change-project. Twee scholen zijn al aan de slag gegaan, een derde school heeft interesse. We hebben ook al met veel ouders gepraat: zij vinden dit een belangrijk project en sommigen hebben al gevraagd om aan de schoolwerkgroep te mogen deelnemen, zodat ze het voedingsbeleid op school mee kunnen aansturen. Er is nog werk aan de winkel.”

Ik denk aan onze Vlaamse scholen, die meer en meer afstappen van het aanbieden van (warme) schoolmaaltijden, terwijl steeds meer kinderen zonder ontbijt en zelfs met een lege brooddoos naar school worden gestuurd en de Vlaamse overheid, die geen initiatief neemt om dit tij bij de scholen te doen keren. “Bij ons in Vlaanderen ook”, zeg ik, terwijl ik mijn laatste hapje - overigens verrukkelijk gekruide – stamppot met erwtjes, worteltjes en kleine stukjes kip doorslik.